Schriftpsychologie

Gijs uit groep vier krijgt een A4 voor zich, ongelinieerd, om op te schrijven wat hij allemaal leuk vindt. Hij aarzelt geen moment en gaat van start. De energie straalt op je af.

De meeste letters zijn in de midden zone. “Doen” gaat voor denken ( boven zone) en voelen (onder zone).Een leuke verschrijving bij zwebles: als je langzaam voor jezelf zwem uitspreekt hoor je een begin van de b. De snelheid waarmee hij werkt maakt dat deze schrijffout gauw is gemaakt. De o bij bal komt vaak voor, zelfs bij volwassenen die snel willen werken: de neerhaal ( =ik) wordt dan vergeten. De zelf bedachte versie voor een k bij hochie is subliem, maar moet alleen zo gemaakt worden nu hij haast heeft. Hij beheerst de k wel, kijk maar naar ïk” Wat hoop ik dat deze jongen inderdaad veel mag bewegen. Bij elk spel horen ook spelregels. Die moet hij leren hanteren. Nu moet hij bij schrijven de verbinding van de v en de w naar de volgende letter instuderen.

Het meisje, zelfde groep, gaat met dat A4 totaal anders om.

Daar is inhouden van de beweging, nog versterkt door de golflijn om de regel, een belangrijk item. De beweging wordt heel secuur gemaakt. De potloodpunt lijkt wel extra geslepen voordat ze begon met schrijven. Wie als buitenstaander contact wil maken zal dit behoedzaam moeten doen. Je komt dan wel in haar domein! Toch is het niet alleen de in de linkerbovenhoek gedrongen tekst die erop wijst dat zij in haar hoekje zit. De beweging naar rechts gaat te weinig naar rechts, meer omhoog, meer bij zichzelf blijvend dan van zich af gaand. Daardoor zakken de l en de k door de denkbeeldige bodem en vliegen de i, en de r wat omhoog. Om zich iets socialer te leren en te durven(!) bewegen zal zij oefeningen kunnen doen met lijnen trekken of ballen gooien, naar rechts. Rechts is in de schriftpsychologie : naar de ander gaan.
Bij de voorgestelde schrijfoefeningen adviseer ik de methode Heermann te gebruiken.